Wednesday, March 20, 2013

Waarom Frankrijk de Armenen steunt



Frankrijk is kampioen in het steunen van de Armenen in hun 1915-verhalen. Hoe is dit eigenlijk gekomen?
 

Voor het antwoord moeten we teruggaan naar de Eerste Wereldoorlog. Frankrijk streed destijds samen met Groot-Brittannië en Rusland tegen het Ottomaanse Rijk die de kant van Duitsland had gekozen.

Tussen 1890-1913 hadden de Armenen tevergeefs geprobeerd om een staat in Oost-Anatolië te stichten. Zoals de andere Ottomaanse minderheden (bijvoorbeeld de Bulgaren of de Grieken) in de jaren ervoor hadden bewerkstelligd. Ondanks al het bloedvergieten die de Armenen ontketenden, faalden ze jammerlijk.
Voor de oorlogsvijanden van het Ottomaanse Rijk was het daardoor in WO1 een koud kunstje om de Armenen in te palmen om aan hun zijde tegen de Turken te strijden.

In ruil voor hun verraad zouden ze een staat in Oost-Anatolië krijgen. De Armenen gingen er gretig op in. Met bijna 200.000 man vochten ze tegen de Turken, voor of achter de frontlinies.

In oktober 1918 werd het wapenstilstandsverdrag van Mudros gesloten wat officieel WO1 beëindigde. Voor de Armenen leek hun droom van een Armeense staat op Anatolisch grond dichterbij dan ooit.

Meteen na WO1 begon het westen met de uitvoering van hun duistere plannen met de Turkse natie. De Duizendjarige Oorlog leek bijna gestreden. Ze wilden deze natie na zoveel jaren oorlog eindelijk van de aardbodem wegvegen.


De Ottomaanse minderheden traden daarbij op als hun handlangers en beulen. In elke uithoek van Anatolië grepen de (christelijke) minderheden hun kans om de Turkse (en Koerdische) bevolking te verdrijven en te vermoorden zodat ze er hun staten konden vestigen.



Rond 1919 waren de Armenen dus op twee fronten actief in Anatolië. In Oost-Anatolië handelden ze zelfstandig, maar in de Adana-regio als handlangers van het Franse bezettingsleger.



Armeense Legioen (handlangers Frans bezettingsleger)


De Armenen gedroegen zich precies zoals in Oost-Anatolië: ze behandelden de Turken als dieren en doodden ze voor de lol en vermaak. Dit leidde tot grote woede onder de Turken.

Om de boel te sussen namen de Fransen maatregelen tegen de Armeense misdadigers. Maar het was te laat. De Ottomaanse (christelijke) minderheden botvierden overal in Anatolië hun haat tegen de Turken en andere moslims.
Onder leiding van Mustaf Kemal Pasha (de latere Atatürk) begon erna een omvangrijke guerrilla tegen de westerse bezettingsmachten en hun handlangers.

Na de Maraş-debacle begin 1920 werd het voor de Fransen duidelijk dat ze niks aan de Armenen hadden. Ze sloten daarom vrede met de Turken.

De Fransen lieten dus hun Armeense handlangers in de steek. Toen hun leger zich uit Zuid-Anatolië terug diende te trekken, namen in hun kielzog duizenden en duizenden Armenen de benen. Ze hadden vreselijke misdaden tegen de Turken begaan en durfden ze nu niet meer onder ogen te komen.

De Franse steun aan de Armenen heden is in feite een ereschuld. De schuld die ze zich aanmeten voor het in steek laten van de Armenen in Cilicië. Daarnaast speelt de mislukte Franse kolonisatie van Anatolië ook mee in hun anti-Turkse houding. Frankrijk heeft vele volkeren geknecht, maar bij de zonen van Oguz liep het finaal mis.
 

No comments: