Wednesday, July 4, 2007

Malta: de onschuld van de Turken


Op 30 oktober 1918 sloot het Ottomaanse Rijk met zijn oorlogsvijanden het wapenstilstandsverdrag van Mudros. Meteen erna begonnen zijn belagers met het uitvoeren van hun ontmantelingsplannen. In de oorlog hadden de Britten met hun Franse en Russische bondgenoten namelijk een geheim verdrag gesloten over hoe ze dit rijk zouden verdelen.

Het geheime verdelingsverdrag van Sykes-Picot uit 1916.

Hun verdelingsplannen moesten ze wel kunnen rechtvaardigen. Dat kon door de Turken via een oorlogstribunaal veroordeeld te krijgen voor oorlogsmisdaden. Daar ze in de oorlog met propaganda de Turken zwart hadden gemaakt met uitroeiing Ottomaanse Armenen was dat een geschikte manier.

De Turken zelf hadden processen gevoerd om onderling politieke geschillen te slechten. Ook dachten ze zo met de vredesonderhandelingen gunstige voorwaarden te verkrijgen.
Deze processen voerden ze in 1919-1920 (zie ‘De Ottomaanse krijgsraden van 1919-1920’). Maar de geallieerde bezetters waren niet te spreken over de wijze waarop dit te werk ging. Ze spraken over travestie van recht. De internationale rechtsregels werden immers met de voeten getreden.


Daarop namen de Britten zelf het heft in handen om de Turken veroordeeld te krijgen. Ze deporteerden ruim honderd Ottomaanse officials naar het eiland Malta in afwachting van hun processen.

Door de Turken op een eerlijke wijze te veroordelen hoopten de Britten goodwill te kweken bij het afbreken van het Ottomaanse rijk. Het publiek vindt het meestal geen punt om veroordeelde misdadigers kaal te plukken.

Het materiaal van de processen uit 1919 voldeden niet aan rechtsnormen, dus gingen ze op zoek naar echte bewijzen. De Ottomaanse archieven stonden onder de controle van de Britten, dus die werd onderste boven gekeerd. Tevergeefs. Ook de Amerikaanse archieven keerden ze onderste boven. Daar bevonden zich immers ene na andere “ooggetuigenverslagen” van Amerikaanse christelijke missionarissen en diplomaten.

Dit kwam omdat de VS tot april 1917 neutraal was gebleven. Hierdoor had ze in 1915 (het veronderstelde genocidejaar) vele mensen in het Ottomaanse rijk rondlopen. Maar deze getuigenissen bleken onbruikbaar. Het betrof tweedehands getuigenissen of oncontroleerbare geruchten. Dus ook onbruikbaar voor een eerlijke veroordeling.


De eigen publicatie van de Britten uit 1916 “De bejegening van Armenen in het Ottomaanse Rijk 1915-1916” vol met” bewijzen” lieten ze wijselijk links liggen. (het was immers een product van hun Leugenfabriek)

Tenslotte konden de Britten niets anders doen dan de aangeklaagde Turken eind 1921 vrij te laten. De aanklachten waren onhoudbaar gebleken.

De Armenen en hun volgelingen lopen met een wijde boog om het Malta-tribunaal heen. Het is namelijk voor ze een zelfmoordknop.
 

 

No comments: