Wednesday, July 3, 2013

Relocatie: Moordwerktuig van de Ottomaanse Turken?


(vervolg deel II)

De pro-Armeense propaganda beweert dat de relocatie diende om de Armenen uit te roeien. Het was volgens deze redenering een instrument voor een genocide.

Het is begrijpelijk dat in deze verhalen het een taboe is om te hebben over de duizenden tot de tanden toe bewapende Armenen en hun activiteiten in oorlogstijd. Anders hebben de Turken namelijk gerechtvaardigde redenen om over te gaan tot relocatiemaatregelen.

Als (pro-)Armenen er al over praten, dan wordt het gebagatelliseerd. Bijvoorbeeld met ‘het waren maar een handjevol slecht bewapende Armenen’. Ook plegen ze geen aanvallen, ze verdedigden zich slechts tegen de bloeddorstige Turken die de Armenen wilden uitroeien*.
* In die verhalen lukt het de Turken om kostbare tijd en manschappen uit te trekken aan dergelijke afleidende projecten terwijl ze links en rechts massaal werden belaagd door hun oorlogsvijanden.

De bewering dat Armenen zich niet zouden hebben ingelaten met grootschalige gewapende opstanden en verraad in oorlogstijd is onhoudbaar. Dat massale verraad van de Ottomaanse Armenen is door zowel buitenlandse als Ottomaanse zijde gedocumenteerd. En om het erger te maken: Armenen hebben het zelf ook bevestigd. Zoals de eerste Armeense premier Hovhannes Katchaznouni of de Armeense leider Boghos Nubar*. Niet alleen dat, we hebben zelfs foto’s van duizenden tot de tanden toe bewapende Armenen die pronkend met hun wapens voor de camera’s poseren.
* Nubar schreef openlijk dat Armenen met 200.000 man aan de zijde van de oorlogsvijanden van de Turken de wapens hadden opgenomen. Zie ondermeer zijn schrijven op 26 februari 1919 in de Franse krant Le Matin.
(die krantenpagina is op internet te vinden: doe "Boghos Nubar" 1919 zoeken in google-afbeeldingen, klik op de bruine afbeelding met Le Matin op. Het is wel Franstalig).




Daarnaast zijn er nog enkele belangrijke zaken die deze claim van 'relocatie = genocide' ontkrachten.

• In oorlogstijd is relocatie internationaal een algemeen geaccepteerde methode als de belangen van een staat in het geding zijn. Dat zagen we bijvoorbeeld in WO2 toen de VS 120.000 Japanse Amerikanen wegvoerde (zie vorige deel). 

• Als de relocatie diende om de Armenen uit te roeien, dan zou er geen enkele Armeen levend aangekomen zijn op hun plaats van bestemming. Het tegengestelde zien we juist. In 1916 waren er bijna een half miljoen gereloceerde Armenen in opvangkampen en andere locaties in de Ottomaanse provincie SyriĆ« te vinden*.
* Volgens Boghos Nubar waren er 6-700.000 Armenen weggevoerd. (Voor Armenen en hun aanhangers is deze Nubar een pijnlijke figuur. Met ene na andere verklaring uit het verleden ondermijnt hij hun zaak.)

• Een andere belangrijke punt tegen deze Armeense claim is het feit dat honderdduizenden Armenen in westelijke provincies van AnatoliĆ« en Istanbul niet aan de relocatie werden onderworpen. Een genocide-dader kan misschien enkele honderden, misschien paar duizend man in leven laten, maar geen honderdduizenden die binnen zijn bereik zijn. Dit is te vergelijken met Hitler die honderdduizenden joden in Berlijn, Hamburg en Keulen ongemoeid laat.

• Een nog crucialer bewijs dat tegen de bewering 'relocatie = genocide' pleit zijn de Ottomaanse militaire tribunalen die TIJDENS de oorlog werden gehouden. Tegen de bijna 1.400 mensen (militairen, bestuurders, burgers en anderen) die tijdens de relocatie zich hadden ingelaten met onwettige praktijken tegen Armenen. Ze werden juridisch vervolgd en bestraft, inclusief executies.
De Armeense beschuldiging van een door de staat gesponsorde misdaad (genocide) komt met dit gegeven volledig op losse schroeven te staan. Dit is zoals nazi’s die eigen mensen massaal berechten omdat ze joden vervolgen of vermoorden.



Verder is er nog een belangrijk punt dat deze Armeense claim onderuithaalt: de internationale onderzoekscommissie van 1919.

No comments: