Wednesday, July 4, 2012

Kenmerken van de Armeense gruwelpropaganda: Feesten en jubelen na plegen misdaden

(vorige kenmerk)

Een ander opvallend kenmerk die we in deze verzonnen verhalen tegenkomen is wanneer Turken (en Koerden) hun Armeense slachtoffers belagen. Ze zijn dan in een jubelstemming, zitten te lachen of gaan erna feesten. 

Deze constructie van plegen misdaden en erbij plezier beleven dient om de Turken een wrede aard toe te kennen, het demonische element van feesten en plezier hebben bij zulke misdaden. Wanneer je zulke verhaallijnen tegenkomt in deze literatuur, dan is het gegarandeerd gefingeerd.

Ik zal enkele voorbeelden bespreken via de scriptie van onze Armenenvriend Ugur Ü. Üngör. Het betreft ‘A Reign of Terror’ - CUP Rule in Diyarbekir Province, 1913-1923' ('Een terreurbewind. Heerschappij van CUP in de Diyarbakir provincie, 1913-1923' ). In een boek van hem uit 2012 ('The Making of Modern Turkey') zijn ook veel punten uit die scriptie verwerkt, inclusief onderstaande voorbeelden.


• Feestvieren na Armenen te hebben omgebracht (pagina 49): 

‘After the massacre, Ömer and Mustafa were invited to Aziz Feyzi’s house, where they celebrated their accomplishment.’
(‘Na de slachting werden Ömer en Mustafa bij het huis van Aziz Feyzi uitgenodigd waar ze hun volbrachte taak vierden.’)


• Na slachtingen aangericht te hebben van vreugde stralen (pagina 68).
A week after the massacre, a Major Von Mikusch reported to Consul Holstein he had met the militia, who had “related about the massacre, beaming with joy ”...’
(‘Een week na de slachting, meldde majoor von Mikusch* aan consul Holstein dat hij de militie had ontmoet, die verhaalden over de slachting, stralend van vreugde...’)
* Die Duitse majoor heette 'von Mikusch' (zie zijn boek). 'a Major von Mikusch' ('een majoor von Mikusch') lijkt een drukfout.
Behalve harteloosheid van Turken willen voorwenden, bevat dit verzonnen verhaal ook de vorige keer besproken kenmerk van Turken bekentenissen in de mond leggen: militie vertelt aan een Duitser over hun misdaad.

Het is zelfs zo dat we hier met een 5e handsgetuigenis te maken hebben (in noot 405 op dezelfde pagina zijn de brongegevens te vinden):
1. De militie bekende hun misdaad.
2. aan majoor von Mikusch.
3. Deze meldde het weer aan consul Holstein.
4. Holstein gaf dit weer door aan de Duitse ambassadeur Wangenheim.
5. Wangenheim berichtte dit weer aan de Duitse regeringsleider Bethmann Hollweg.
(ter indicatie: 2e of 3e handsgetuigenissen hebben al een zeer lage betrouwbaarheid)


• Tijdens slachtingen juichen en applaudisseren
(pagina 68).

‘According to Hyacinthe Simon, İbrahim Bedreddin watched the bloodbath too, cheering and applauding:’
(‘Volgens Hyacinthe Simon, keek İbrahim Bedreddin ook naar het bloedbad, juichend en applaudiserend;’)

In dit verhaal wordt de Ottomaanse official İbrahim Bedreddin zwartgemaakt (hij was de districtsgouverneur van Mardin). De auteur Hyacinthe Simon was een christelijke geestelijke, dat hij het opneemt voor de Armenen (medechristenen) ligt er te dik op.


Voorgaande verzonnen wreed gedrag van de Turken in deze gruwelverhalen komt uit het werk van deze Üngör. Het geeft het niveau aan waarop charlatans zoals hij opereren. Maar het niveau van diens werk is veel en veel erger gesteld dan de voorbeelden die ik hiervoor citeerde. Je komt er namelijk getuigenissen tegen zoals Turken die kettingen dragen van afgehakte tepels van Armeense vrouwen of meer perverse verzinsels zoals Turken die rondleuren met bakken vol afgehakte lichaamsdelen van Armenen.
Een beetje wetenschapper had meteen doorzien dat zulke nepverhalen niet passen in een wetenschappelijke verhandeling. 

Universiteiten uit Europa en Amerika fungeren als handlangers voor deze figuren en bieden ze een platform aan om hun haatpreken te verkondigen. Deze charlatans krijgen titels en prijzen voor zulke doorzichtige verhalen. Met Üngör was dat ook het geval: voor dit prutswerk heeft deze Armeense slaaf van de Universiteit van Amsterdam behalve zijn universitaire titel ook de scriptieprijs (en een bedrag van enkele duizenden euro’s) toegestopt gekregen*.

(De scriptie stamt uit 2005, het is grotendeels verwerkt in zijn boek die dit jaar is uitgegeven. De hierboven genoemde middeleeuwse perversiteiten zijn erin terug te lezen. Het boek is door de drukkerij van de universiteit van Oxford uitgebracht. Deze universiteit wordt in de wetenschappelijke wereld zeer hoog aangeslagen. Je ziet dus hoe diep de aantasting en verval van de wetenschappelijke wereld is doorgedrongen.)

* UPDATE:
Deze fantast is vorige maand 10.000 euro toegestopt. Hij mocht namelijk de Heineken Young Scientists Award voor Historische Wetenschap in ontvangst nemen. In http://www.knaw.nl/Pages/DEF/33/355.html lezen we:
De jury noemt Üngör een excellente en toegewijde wetenschapper die nu al een grote staat van dienst heeft en looft hem, onder andere, om de balans die hij weet te bewaren in het politiek lastige onderzoeksthema genocide.
Nogmaals: Award voor Historische Wetenschap?!! Lees de stukken hierboven en overtuig je ervan dat deze kerel wetenschap bedrijft.

Geen wonder trouwens. Die award is zo corrupt en verrot als maar kan. Het wordt gesponsord door een drankenfabrikant. Jaarlijks sterven door drank in Nederland bijna 2000 mensen. Daar Heineken een grote speler in de alcoholverkoop is, zal diens product er een aanzienlijk aandeel in hebben. Dat de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) zijn awards door zo’n dubieuze fabrikant laat sponsoren is een teken aan de wand. Dit is dus die aantasting van de wetenschappelijke wereld waar ik eerder op doelde.




UPDATE [13 april 2015]:
Ik kwam in een fake-docu van de VARA ('Bloedbroeders') in deel 3 een opvallende voorbeeld dit kenmerk tegen.
Een Turkse official (Zeki Bey) zit met een glas cognac (alcohol) te genieten terwijl de Armeense slachtoffers wreed gemarteld worden. Zie voor details deze duidelijk uit de duim gezogen verhaal verslag Bloedbroeders deel 3 (op 33.01).



UPDATE [15 april 2015]:
Nog een voorbeeld van dit type perverse verzinsels (plezier beleven bij plegen gruwelijke misdaden):
 “In tegenwoordigheid van de Mohammedaansche bevolking, werden zij achter het Amerikaansche college terecht gesteld. Ik heb met eigen oogen gezien hoe stuiptrekkende stervenden, om nog niet van lijken te spreken, overgeleverd waren aan de mishandelingen van een barbaarsche bevolking; men trok hen aan handen en voeten, en om de Mohammedaansche menigte te amuseeren schoten de agenten van politie en de gendarmen een half uur lang hun revolvers af op de vreeselijk verminkte lijken.




- lees verder: Kenmerken van de Armeense gruwelpropaganda: Fabula Fantastica -

No comments: